Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij overtoog ook [14]het huis met [15]kostelijke stenen tot versiering; het goud nu was goud van [16]Parvaim. 14. Te weten, het overige van den vloer des tempels, dat met dennenhout nog niet overdekt was. 15. Als marmer, of enig ander gesteente, bekwaam om plaveisel te maken. 16. Van Havila, zo men meent, waar het goud zeer kostelijk was, Gen.2:12, hetwelk David gekregen had van den roof der koningen, die daaromtrent woonden, en weggelegd had tot de bouwing des tempels, en ook genoemd wordt gesloten goud, 1 Kon.6:20; zie aldaar de aantekening. Anderen verstaan dit goud van het goud uit Ofir, of Peru.